Pages

zondag 20 juni 2010

Niemand wordt 'toevallig' bibliothecaris of autocoureur


Bij het scannen van de zaterdageditie van TC Tubantia bleven mijn ogen haken bij een verslag van Jan Boelhouwer die samen met René Diekstra, zo lees ik, verslag doet van het ingewikkelde spel van coalitievorming. Interessant vind ik, vooral ook omdat ze het vanuit de psychologie bekijken.

Maar staat het er nu echt?
"Niemand wordt 'toevallig' bibliothecaris of autocoureur. Dat hangt van van persoonlijkheidseigenschappen die iemand in meer of mindere mate heeft. De auto-coureur is actie-gericht, en zijn zenuwstelsel is in staat in korte tijd veel sterke prikkels te verwerken.
Voor Tweede Kamerleden geldt ook dat ze bepaalde eigenschappen moeten hebben om goed uit de erf te komen."
etc.

Het is een boeiend stuk geschreven vanuit het perspectief dat een Tweede Kamerlid niet alleen maar een bepaald soort persoonlijkheid en zenuwstelsel heeft wat hen geschikt maakt, maar ook dat een periode van rouw (over verdwijnende collega's), onzekerheid en een onderhandelingstafel met winnaars en verliezers niet bepaald bevorderend zijn voor een snelle coalitievorming.

Maar het stuk mag dan wel boeiend zijn, de eerste regels zijn dat op zichzelf ook al. Als bibliothecaris ben ik toevallig in de functie gerold waarin ik mij nu bevind en daarnaast ken ik meer dan een handvol bibliothecarissen die het toch echt bij toeval geworden zijn.
Waarop zou volgens Jan Boelhouwer mijn persoonlijkheid en zenuwstelsel gebouwd zijn?
In ieder geval niet op "actie-gericht, en in staat in korte tijd heel veel prikkels te verwerken." Ik zou gezien de onafgemaakte vergelijking kunnen denken dat een bibliothecaris niet actie-gericht is en vooral niet in staat is om in korte tijd veel prikkels te verwerken.
Ai. Dat is rechtstreeks een schop tegen dat al zere been van ons imago toch?

Maar het zou natuurlijk ook zo kunnen zijn dat het in het geheel niet zo bedoeld is en dat een bibliothecaris juist heel doelbewust is en absoluut niet toevallig geboren wordt anders dan voor het vak als bibliothecaris. Daar kan ik mij natuurlijk wel het nodige bij voorstellen wanneer mijn goede zondagmiddagbui dat toelaat. Ik ben geroepen voor mijn vak!

Maar beste meneer Boelhouwer, er zijn heel veel verschillende soorten bibliothecarissen. Ik zou u graag eens willen uitnodigen om dat te onderzoeken door eens op de bibliotheek20.ning te kijken hoeveel verschillende soorten bibliothecarissen er wel niet zijn en hoeveel verschillende meningen ze wel niet hebben.

Welke persoonlijkheidseigenschappen heb ik eigenlijk in meer of mindere mate die mij geschikt maken voor mijn vak. Of ben je per definitie geschikt voor een vak als bibliothecaris mits je maar geen autocoureur of Tweede Kamerlid wil worden. Aangezien je daar een heel eigen setje persoonijkheidskenmerken en aangepast zenuwstelsel voor nodig lijkt te hebben.

Ons vak verandert. Juist vanuit de optiek dat we nodig zijn in een maatschappij die aan elkaar hangt van prikkels die het zenuwstelsel constant aanzetten tot actie kunnen we vervolgens niet kiezen om stil te staan. Juist niet!
Of we nu kunnen samenwerken met het voortgezet onderwijs,het primair onderwijs, leeskringen, streekinformatie of dat gepassioneerde bibliothecarissen van een van de Bibliotheken Der Nederlanden op reis gaan over de wereld. Er is een wereld van opties en mogelijkheden die allemaal samenkomen in het zenuwstelsel van de bibliotheken in Nederland en daarbuiten.
Er is geen algemeen setje van persoonlijkheidseigenschappen vast te stellen voor bibliothecarissen. Daarvoor hebben we een veel te bijzonder, spannend, geweldig en dynamisch vak.

"Nobody ever invites a libarian"
But they should.

Eppo van Nispen tot Sevenaer - TEDxRotterdam 2010 from TEDxRotterdam on Vimeo.



4 opmerkingen:

Lidy zei

Hoi Annemarie,
Heel goed op "papier" gezet!
Ook ik ben toch wel heel toevallig in het bibliotheekvak gerold en doe het al bijna 20 jaar met veel passie.
Ik zeg dan ook vaak met trots:
"Ik ben bibliothecaris"
Ik ben benieuwd of de heer Boelhouwer op je uitnodiging ingaat.
Groet, Lidy

Annemarie van Essen zei

Leuk dat je reageert Lidy! Ik ben inderdaad heel benieuwd naar een reactie. Voor hetzelfde geld krijg ik op mijn kop vanwege de foto :O

Ik vind echt dat we trots op ons en ons vak mogen zijn. Mooi vak hebben we hè? :)

Unknown zei

Ai. Dat is rechtstreeks een schop tegen dat al zere been van ons imago toch?

Tja toch kan ik het niet helemaal oneens zijn met deze conclusie. Ik ken veel bibliothecarissen die niet aan dit stereotype voldoen, maar deze kom ik alleen tegen omdat ik hier vanwege mijn werk contact mee heb.

Als ik als klant in de bibliotheek kom (of wat ik me kan herinneren van de bibliotheek toen ik er nog als klant kwam) zijn alleen zeker niet deze mensen. Dat zijn de mensen die aan de balie zitten, boeken uitlenen en je vertellen waar een boek op de plank te vinden is oh ja en dat je vooral niet mag eten en drinken in de bibliotheek.

En toegegeven als ik zelf een bibliotheek binnen stap, dan zie ik ten opzichte van 10 a 20 jaar geleden ook niet heel veel verschil. Nog steeds veel boekenkasten met boeken, nog steeds een balie en misschien wat meer computers als voorheen, maar veel veranderd? Als klant zie ik deze veranderingen niet.

Klanten zien die snel schakelende bibliothecarissen die jij wel kent niet en als ze deze mensen al tegen komen herkennen ze heb waarschijnlijk ook niet een als bibliothecarissen.


Dan kunnen wij wel klagen dat wij onszelf niet zo herkennen en dat de schrijver van deze column een verkeerd beeld heeft van de bibliotheek.
Maar wie zit er dan verkeerd is dat de schrijver omdat hij beschrijft hoe hij de bibliotheek ziet of zijn wij dat zelf omdat wij blijkbaar het verkeerde beeld uitstralen?

Ik denk dat wij het probleem niet bij de media, maar juist bij onszelf moeten zoeken.

Annemarie van Essen zei

@Jeroen.
Eigenlijk is mijn conclusie dat de schrijver van het artikel in zijn geheel geen beeld geeft van de bibliotheek maar een vergelijking maakt die vervolgens door de lezer zelf wordt ingevuld omdat het andere uiterste, de autocoureur, wel wordt omschreven.
Dat stoort me. Er wordt juist geen beschrijving gegeven maar de invulling ligt ongelooflijk voorhanden.

Het is gemakkelijker een standaardbeeld in stand te houden dan een nieuwe te creëren. Dus is het onze taak ook om te laten zien dat het standaardbeeld maar een 1-dimensionale uittekening van ons vak is. :)

.